De naam zegt het eigenlijk al: huisjesslakken zijn kleine slakken met een “huisje”. Huisjesslakken leven in alle omstandigheden, op het land, in de zee en in zoet water. De enige plekken waar geen huisjesslakken te vinden zijn, zijn gebieden waar de grond constant bevroren is en in centrale woestijnen.
Leefwijze
Huisjesslakken eten verschillende dingen, afhankelijk van de omgeving en wat voor soort slak het is. Eigenlijk eten ze van alles, van sponzen, bacteriën tot het mycelium van een paddenstoel op dode boomstammen, planten, algen en vermolmd organisch materiaal.
Naaktslakken
Slakken zonder ”huis” (schelp) worden naaktslakken genoemd.
In Nederland zijn er meer dan 20 soorten naaktslakken en één daarvan is de Spaanse wegslak. Naaktslakken zijn tweeslachtig (hermafrodiet), dat wil zeggen dat ze zowel mannelijk als vrouwelijk zijn.
Naaktslakken komen voor op het open veld of in vochtige bossen en sommige soorten vind je uitsluitend in donkere kelders. Ze eten zowel plantaardige als dierlijke stoffen.